Afgelopen weekend vond de jaarlijkse Tuinvlindertelling plaats, en dat leverde een verrassend spannende strijd op tussen drie soorten vlinders. Uiteindelijk werd de atalanta het meest geteld, met bijna 23.000 meldingen. Het klein koolwitje en de dagpauwoog volgden op korte afstand.
Tot het laatste moment wisselde de koppositie constant. Vrijdag stond de atalanta voorop, zaterdag nam de dagpauwoog het over, en zondagmiddag voerde het klein koolwitje de lijst aan. Pas in de avond wist de atalanta de eindzege veilig te stellen.
In totaal werden er bijna 15.000 tellingen ingevoerd, wat een nieuw record is. Gemiddeld werden er dit jaar 9,8 vlinders per telling geteld — een stuk beter dan vorig jaar, toen het dieptepunt van slechts 5 werd bereikt.
Opvallend is dat ook de spectaculaire koninginnenpage inmiddels in heel Nederland voorkomt, mede door klimaatverandering. Daarnaast werd de kolibrievlinder, een overdag actieve nachtvlinder, ruim 3500 keer geteld.
Hoewel het aantal vlinders nog steeds lager ligt dan in de beginjaren van de telling (2009-2016), is dit jaar een positieve uitschieter in een dalende trend.
Alle resultaten staan op tuintelling.nl.